Vijf geweldige redenen om op vakantie te gaan. Én eentje om het vooral niet te doen…

Naar Australië én Nieuw-Zeeland! Wow, geweldig!” Dat zijn alle reacties in een notendop als ik vertelde dat we ruim vijf weken op (cruise-)vakantie gingen. Zelf vond ik het ook wel geweldig,  trouwens. Lief en ik waren allebei nog nooit zo lang op vakantie geweest, dus we verheugden ons als een klein kind dat hoort dat Sinterklaas en de Kerstman op één dag komen. Van tevoren leverde het soms wat stress op (iets met visa, koffers inpakken en werkplanning van Lief), maar uiteindelijk is vakantie goed voor je, want:

1) Je vervelen is best oké

Als je op een cruiseschip zit, en je hebt een ‘zee-dag’, is het leven ineens heel eenvoudig. Je kunt nergens heen en er wordt niks van je verwacht. Je kunt dus ongegeneerd een uur zitten niksen zónder je schuldig te voelen. Rustig een beetje overpeinzen helpt ook om dingen weer in perspectief te zien.

2) Je gaat van online naar offline

Hij is heel leuk die smartphone, maar midden op de Pacific of Tasmaanse Zee doet ‘ie het toch écht niet. In plaats van doelloos door je timeline te scrollen, hang je lekker over de reling van het schip om naar de oneindige golvenstroom te kijken. Of je leest eindelijk weer eens een boek. Ondertussen kan ik je uit ervaring vertellen dat de wereld écht niet vergaat als je langer dan een maand geen krant hebt opengeslagen en geen ‘Jinek’ of ‘Op1’ hebt gezien. 

3) Je ziet wat van de wereld

Snuffelen aan andere culturen, nieuwe ervaringen opdoen, af en toe eens uit je comfortzone komen: het maakt je een leuker mens. En wie weet, ontdek je ineens dat je ‘later als je groot bent’, in Auckland (NZ) wilt wonen in plaats van in Lutjebroek. 

4) Je praat weer eens echt met je partner

In het dagelijkse leven gaat het vaak over boodschappen en wiens beurt het is om de kliko buiten te zetten. Op vakantie kun je eindelijk weer uitgebreid écht bijpraten: zijn de toekomstdromen nog een beetje hetzelfde, hebben we het nog fijn met elkaar? En misschien is het handig om even af te stemmen of je Lief wel mee wilt als je straks gaat emigreren.

5) Er wordt voor je gezorgd

Je tanden poetsen moet je zelf doen, maar één van de grote voordelen van vakantie is toch wel dat je niet hoeft te koken en je bed niet zelf hoeft op te maken. Tenzij je gaat kamperen natuurlijk, maar kamperen valt dan ook niet onder het kopje vakantie. Kamperen, dat is afzien. 

Maar waarom dan niét op vakantie?


Één woord, of, beter gezegd, één naam: Garfield, mijn baby op vier pootjes. Van tevoren wist ik heus wel dat ik hem zou missen, maar ik heb meer dan eens met tranen gezeten en zelfs serieus overwogen om eerder naar huis te gaan. En los van mijn heimwee naar hem, maakte ik me zorgen óm hem. En als hij nu in een pension zat, of alleen was, maar nee: hij is al die tijd verzorgd door de beste en liefste catsitter die er is. Bijna dagelijks kreeg ik foto’s en video’s met uitgebreide updates en op mijn smartphone kon ik hem in en rondom het huis zien rondscharrelen. Het hielp allemaal niks. Gelukkig heb ik een wederhelft die me hierom niet voor gek verklaarde en hebben we heel eensgezind besloten dat we een fantástische vakantie hebben gehad…

…maar dat lange vakanties zijn geschrapt zolang onze rooie leeft.

Oorspronkelijk geschreven voor Nouveau, publicatiedatum 29 januari 2020*

Reactie plaatsen