Tussen appeltaart en Aleppo…
Waar wil je heen? Bagels & Beans? Delifrance? Het is zaterdagochtend. Een dag zonder afspraken, van relaxed samenzijn ligt voor ons, en op dit moment is de belangrijkste vraag waar we willen ontbijten. Oké, bijna lunchen. Brunchen dus.
We eindigen bij Delifrance en daar komt zomaar een groepje Pieten binnen. Met voor iedereen een stralende glimlach, en bij elke tafel delen ze met gulle hand snoepgoed uit, pepernoten en snoephartjes.
Na nog een verse muntthee door naar de boekenwinkel, en o ja, ook nog even naar de parfumerie. Je mag jezelf best een beetje verwennen toch? Had ik trouwens al gezegd dat het koud is vandaag? Het waait hard, en tussendoor ook nog van die irritante regenbuien die je kapsel om zeep helpen. Zó annoying. Het is dus duidelijk herfst. En wat doe je dan? Juist, appeltaart bakken. Goed idee! Zo gezegd, zo gedaan. Snel even door de supermarkt rennen en dan naar huis. Oven aan, wijntje erbij en appels schillen.
Ik weet niet of jij wel eens bakt, maar een appeltaart bakken duurt best lang. Hij moet ruim een uur in de oven. Dus, mét wijntje, naar onze tv-kamer waar ook de pc’s staan. Even kijken of er nog wat leuks, interessants, onzinnigs te zien dan wel lezen is op Facebook, Instagram of Twitter.
Lief heeft ondertussen de t.v. aangezet. Verslaafd als hij is aan nieuws en actualiteiten, ziet hij drie keer per dag dezelfde ellende voorbijkomen. Ik heb een periode gewoon géén nieuws meer gekeken. En nee, dat is geen struisvogelpolitiek. Ik steek mijn kop niet in het zand. Ik weet namelijk heel goed wat er daarbuiten allemaal speelt. Het komt zelfs zó hard naar binnen dat ik bijna elke dag wel tranen had bij één of ander nieuwsitem. En daarom koos ik ervoor om er niet meer elke dag mee geconfronteerd te worden.
Dus terwijl ik door een typische zaterdag-timeline op Facebook scroll (lees: veel fantastische ontbijtjes, brunches en lunches, gevolgd door geweldige wijntjes en bubbels, en allerlei briljante quotes, die van mezelf included) kijk en luister ik met een half oog en oor naar de t.v..
En hoor ik ineens het woord ‘couveuse’. En ‘Aleppo’.
Ik stop met scrollen.
Ik kijk.
Ik voel dat ik kippenvel krijg.
En ik begin te huilen. Niet vochtige ogen. Huilen.
Ik kijk, ik luister, en ik zie twee verpleegsters baby’tjes uit een couveuse halen. Wétend dat ze die couveuse nodig hebben om te overleven. Maar het ziekenhuis is gebombardeerd en staat op instorten. Dus ze hebben geen keus. Één van de zusters loopt met een klein hummeltje, gewikkeld in een deken, naar een collega die ook zo’n kleine ukkepuk uit de couveuse haalt. Ze doen wat ze moeten doen. Effectief. Vaardig. Praktisch. En dan knakt één van deze verpleegsters, en valt huilend in de armen van haar collega. Tussen hen in twee kleine baby’tjes….
Elke dag worden er baby’tjes geboren. Geen enkel kindje kan kiezen voor een bepaald wiegje in een bepaald land. Deze hummels zijn geboren in Aleppo. Zij hebben geen notie in welke hel ze zich bevinden, maar ik wel.
En wat doe ik eraan? Ik ben geen Merlijn Stoffels van het Rode Kruis die elke keer naar oorlogsgebieden reist, ik ben geen heldhaftige journalist bij Al Jazeera die live verslag uitbrengt. Ik doneer geld. That’s it. Ik moet ook eerlijk opbiechten dat ik ernstig betwijfel of ik overeind zou blijven in een dergelijk gebied… Natuurlijk is doneren beter dan niks doen, alleen voelt het op dit moment als heel armzalig.
Maar daar hebben deze kleine kindjes niks aan. Zij liggen nu buiten, onder een deken. Zonder couveuse. Zonder moeder. Waar de moeders zijn? Geen idee…misschien leven ze wel niet meer. Hun toekomst kan ik me amper voorstellen. Áls ze al een toekomst gegund is…
Dus daarom huilde ik. Ja, ik weet dat ik er niks aan heb om me schuldig te voelen omdat ik ondertussen appeltaart in de oven heb staan. Maar ik voel me soms letterlijk beroerd als ik dit soort beelden zie en me realiseer hoe oneerlijk alles verdeeld is. Tussen appeltaart en Aleppo zit niet een wereld van verschil…er zitten wel tien werelden tussen…
Misschien ben ik naïef, omdat ik hoop dat we tóch, in the end, sámen het verschil maken. Daarom wil ik zeggen: hou elkaar vast, hou elkaar heel stevig vast, en prijs je gelukkig dat je hier leeft. Dat wil zeggen: als je dit kunt lezen, ga ik ervan uit dat je het zo slecht niet hebt. Je hebt waarschijnlijk een dak boven je hoofd, kleding aan je lijf, en te eten. En een pc, met internet.
Dus voor we hier weer verder gaan met klagen en zeiken: kijk naar de beelden van die twee verpleegsters en de twee baby’tjes die zij proberen te redden in de puinhoop die Aleppo heet…
ps: deze blog schreef ik op 16 november 2016… en ook al is het nu niet specifiek deze situatie, ook vandaag, op 1 december 2018, is er nog steeds zó veel leed dat ik vind dat deze blog ook hier te vinden mag zijn.