Hé roker, mag ik misschien óók van mijn eten genieten?
Het is zomer, deze week was het zelfs tropisch. Heerlijk! Naar buiten, genieten van de zon, wandelen, en daarna een ijscoupe op het terras. Dat willen we allemaal. De ‘rokers’ en de ‘niet-rokers’. Die zitten dan bij elkaar op dat terras. En dát lieve mensen, blijkt helaas geen beste combi.
Heb je al eens goed gekeken naar rokende mensen? Moet je ‘ns doen. Ze zitten allemaal met hun sigaret naar beneden of opzij omdat ze zélf geen last willen hebben van die stank. Als de rokers hun eten krijgen, gaan de sigaretten uit. Want dat is vies, die geur bij je eten. Verpest de smaak. Snap ik hélemaal.
Roken verlept je sociale vaardigheden
Wat ik minder goed snap, is dat wanneer ik vraag om die sigaret op hun eigen tafel te houden en niet in mijn richting, ik als antwoord krijg dat ik naar binnen moet oprotten want dat hij/zij daar wettelijk mag zitten. Houden fatsoen en een beetje sociaal gedrag daarom op te bestaan? Ik weet natuurlijk dat één van de bijwerkingen van roken een zeer vergrote kans op longkanker is. Wat ik niet wist, is dat je sociale vaardigheden ook afsterven en je een wandelende egoïst wordt. Want zodra die roker klaar is met eten, komt de volgende stinkstok. Alleen hé, naast je zitten ook mensen. Te eten. En die willen daar ook graag van genieten.
Ik hoef geen longkanker cadeau van je
Gunnen rokers niet-rokers geen stankvrije, rookvrije maaltijd? Of een koffie of ijscoupe? En dan heb ik het nog niet eens over het feit dat ik meer dan 70(!) kankerverwekkende stoffen naar mijn hoofd krijg. ‘Meeroken’ vergroot de kans op longkanker met 20-30%. Mag ik daarvoor bedanken?
Hou op met de vermoeiende drogargumenten
En voor alle mensen die nu met jeukende vingers klaarzitten om te mekkeren over uitlaatgassen, DSM, vliegtuigen en de BBQ: Je snapt het verschil niet tussen oorzaak en gevolg, je trekt verkeerde vergelijkingen én je ontduikt bewijslast. Als je daar uitleg over wilt, kun je hier doorlezen. Ik snap het wel hoor, want het is natuurlijk lekker makkelijk. Je hoeft niet naar jezelf te kijken en schuift je verantwoordelijkheid van je af. “Wat zij doen is minstens zo erg dus, …”. Maar dat is het nu net: Die ‘dus’? Die is er niet.